We gaan kijken naar het opstarten en de normale werking van een zelflerende bediening met de AVLO-kaart voor 24 V draaipoortaandrijvingen.
Zelfleren is een verplichte functie die de kaart in staat stelt om de beweging van je poort correct te berekenen. De kaart kan met name de positie van de eindaanslagen herkennen, zodat de kaart weet of de motor overbelast wordt door een obstakel of een normale eindpositie heeft. Zelfleren is verplicht bij de eerste inbedrijfstelling van de operator. Zelfleren kan ook nodig zijn als de kaart wordt gereset vanuit de fabriek of als specifieke instellingen worden gewijzigd (kracht, 1-bladmodus, vleugeloffset, enz.).
Druk meerdere keren op de knop “PROG”. Hierdoor kunt u :
De rode LED’s moeten uit zijn na het indrukken van de “PROG”-knop. Zorg ervoor dat alleen de groene LED L0 brandt.
Druk gedurende 3 seconden op de “+”-knop op de printplaat.
Fase 0: herpositionering bij middenaanslag De vleugel M2 sluit zelfstandig tot aan de middenaanslag. De vleugel M1 sluit zelfstandig tot aan de middenaanslag.
F ase 1: detectie van zijdelingse aanslagen De vleugel M1 opent zelfstandig tot aan de zijdelingse aanslag De vleugel M2 opent zelfstandig tot aan de zijdelingse aanslag.
F ase 2: detectie van de aanslag De vleugel M2 sluit zelfstandig tot aan de middenaanslag De vleugel M1 sluit zelfstandig tot aan de middenaanslag.
Fase 3: leren openen en sluiten – Blad M1 begint te openen door geleidelijk te versnellen. – Blad M2 begint te openen door geleidelijk te versnellen 2,5 seconden na M1. – De blaadjes bereiken hun openingsstop. – Blad M2 begint te sluiten door geleidelijk te versnellen.
Blad M2 begint te sluiten door geleidelijk te versnellen. – Blad M1 begint te sluiten door geleidelijk te versnellen. – De blaadjes bereiken de middelste stop (met een vertraging van 2,5 seconden of meer, afhankelijk van de instelling, zie MENU 3).
Aan het einde van het zelfleren moeten beide kleppen gesloten zijn. Als je merkt dat een of beide vleugels open zijn, is de polariteit van de motoraansluitingen op de kaart omgekeerd. Zie de handleiding Handbediening om de aansluiting te corrigeren . Als je merkt dat de operator te veel kracht uitoefent bij de eindaanslag, kun je de bedieningskracht verminderen. Als je merkt dat de vleugels elkaar overlappen bij het sluiten, kun je de offset van de vleugels aanpassen .
Als er om wat voor reden dan ook een fout optreedt tijdens het inleren, zal de kaart eerst helemaal stoppen. Daarna verschijnen een of meer rode lampjes, constant of knipperend, elk met hun eigen betekenis, die je kunt vinden in de handleiding en de tabel hiernaast. Let op: er zijn foutcodes tijdens het zelfleren en tijdens een bedrijfscyclus. Haal de tabellen en betekenissen niet door elkaar. Corrigeer indien mogelijk de fout en start het zelfleerproces opnieuw vanaf fase 0.
