De polariteit van de motoraansluiting op de printplaat bepaalt de primaire draairichting van de elektromotor. De motoren die in onze aandrijvingen worden gebruikt, zijn gelijkstroommotoren. De richting van de stroom die door de commutator loopt, bepaalt de draairichting. De kaart gehoorzaamt aan een nauwkeurig commando om zijn relais in te schakelen, zodat de verwachte beweging van de motor wordt verkregen. De kaart kent echter niet de exacte beweging van de motor (openen of sluiten). In sommige gevallen is het dus mogelijk om een vleugel open te laten staan in plaats van dicht, zonder dat de kaart een fout maakt.

Om cilinders (TEHA) of zuigers (STYRKA) aan te sluiten, let je gewoon op de polariteit (rode draad naar +, zwarte draad naar -) Markeer de motor die het eerst open moet gaan om hem aan te sluiten op M1 Als je een verlengsnoer gebruikt, markeer je de kleur van de draden op het verlengsnoer zodat ze overeenkomen wanneer ze op de printplaat aankomen.

Let bij het aansluiten van de knikarmmotoren (ORANE) op het bord niet op de kleur van de draden die uit de motoren komen, want die zijn in de fabriek gemonteerd. Er zijn verschillende manieren om de juiste aansluiting te identificeren.

Voor het aansluiten en installeren op de pilaar: gebruik een 9V batterij of een 12V batterij om de draairichting van de motor te kennen. Sluit de rode draad van de motor aan op de + van de batterij en de zwarte draad op de -.

• Als de motoras linksom draait :

Als je het aan de linkerkant plaatst: Draai de polariteit om (rood naar -, zwart naar +) Als je het aan de rechterkant plaatst: Houd de standaardpolariteit aan (rood naar +, zwart naar -)

Sluit de rode draad van de motor aan op de + van de accu en de zwarte draad op de -.

• Als de motoras rechtsom draait :

Als je het aan de linkerkant plaatst: behoud de standaardpolariteit (rood naar +, zwart naar -) Als je het aan de rechterkant plaatst: Draai de polariteit om (rood naar -, zwart naar +).

Sluit de motoren aan op het bord en let daarbij niet op de polariteit (sluit altijd de vleugel die het eerst opengaat aan op M1).

Druk 3 seconden op de OK-knop op de kaart en laat de knop dan los (L4 knippert en L1 blijft constant branden). Houd de PROG-knop een paar seconden ingedrukt; de M1-motor moet openen terwijl deze knop wordt ingedrukt. Als hij dichtgaat, draai dan de polariteit van M1 om. Houd de + -knop enkele seconden ingedrukt; de M2-motor moet openen wanneer deze knop wordt ingedrukt. Als hij sluit, draai dan de polariteit van M2 om. Verlaat de handmatige besturing door de knoppen PROG en – tegelijkertijd kort in te drukken.