In deze tutorial bekijken we waar de hall-effectkaarten zich op de motoren bevinden en hoe we kunnen controleren of ze zijn aangesloten.
Dit is een magnetische sensor. Naast een magneet die tegelijk met de motoras draait, pikt hij het magnetische veld op dat door de magneet wordt uitgezonden en geeft dat als een elektrisch signaal door aan de kaart. Op die manier weet de kaart of de motor draait, met welke snelheid en waar de poort zich bevindt.
Hall-effectkaarten worden bovenaan de elektromotoren geplaatst. Ze zijn bedraad met 3 witte draden met strepen of 3 zwarte draden.
De Hall-effectkaart is verbonden met 3 draden.
De positieve :
De middelste draad is negatief (GND). De draad tegenover het positieve is HALL. HALL en GND moeten dus worden gekruist om verbinding te maken met de printplaat.
Zoals vermeld in de inleiding vertelt dit element de elektronische kaart of de motor draait of niet. In het geval van een storing op de Hall-effectkaart, zal de elektronische kaart reageren alsof de motor niet draait en de overeenkomstige fouten aangeven. Typisch, in zelflerende modus, krijg je de L3 foutmelding na een korte heen-en-weer beweging van de motor (de motor heeft zijn openingsstop bereikt in minder dan 3s). Voordat je deze fout valideert, moet je controleren of de magneet die ernaast is geplaatst, stevig aan de motoras is bevestigd en tegelijk met de motor draait. Controleer ook of alle rode LED’s op de kaart gaan branden nadat je kort op de SET-toets hebt gedrukt. Soms kan dit kortsluiting veroorzaken en de elektrische opstart van de printplaat blokkeren. Als je merkt dat er geen lampjes meer branden op je elektronische kaart, of dat ze slechts zwakjes branden, koppel dan het motorklemmenblok los van de kaart en controleer of hij goed herstart.
Controleer eerst of elke kabel goed contact maakt met de gleuven van het aansluitblok en of de draden goed vastgeklemd zitten in de gleuven.
