Wanneer de aandrijving voor het eerst wordt geïnstalleerd, moeten de afstandsbedieningen worden geprogrammeerd op de elektronische kaart van de aandrijving. (De afstandsbedieningen werken alleen als ze zelflerend zijn).
Zorg ervoor dat de poort gesloten is aan het einde van het zelfleren.
Als je op de knop van de afstandsbediening drukt, gaan de vier rode LED’s op de kaart snel branden en vervolgens uit. Als de rode LED’s op de kaart niet branden, maar het groene LED-lampje op de kaart knippert, druk je een tweede keer op de knop van de afstandsbediening. De afstandsbediening is geprogrammeerd.
Als je meer dan 10 seconden hebt gewacht voordat je op de knop hebt gedrukt, of als de kaart de informatie van de afstandsbediening niet heeft ontvangen, stopt de kaart met het knipperen van de rode L1 en L4 LED’s. Je moet de procedure dan herhalen.
De elektronische kaart kan maximaal 15 afstandsbedieningsknoppen opslaan.
Als het geheugen van de radio vol is, is het niet mogelijk om er nog items aan toe te voegen.
De kaart heeft een LED-animatie die je over deze status informeert wanneer je probeert te programmeren.
Wanneer je stap 1 bevestigt door kort op de OK-knop te drukken, gaan in plaats van de L1- en L4-LED’s te knipperen, alle rode LED’s van de kaart snel twee keer branden.
In dit geval zal het nodig zijn om het radiogeheugen te wissen om nieuwe geheugenruimte te krijgen (zie handleiding voor het wissen van radiogeheugen).